Ik kom Oruro binnen op het moment dat er feestelijkheden zijn en de ene na de andere folkloristisch verklede groep dansend door de straten gaan . Daarbij hanteren zij een "ratel" in de meest fantasievolle modellen en vormen , autovorm , drinkbekervorm , diervorm etc . Deze ratel lijkt veel op de ratels die vroeger in Nederland gebruikt werden om de spreeuwen te verjagen in kersenboomgaarden en maken hetzelfde geluid .
Onderweg van Oruro naar Potosi zie ik veel Lama's in het wild maar aangezien ze allemaal een gekleurd lint in hun oren hebben zijn ze alleen zo op het oog wild en hebben ze een eigenaar .
Potosi ligt al op grote hoogte maar om het te verlaten moet je nog hoger klimmen en het vergt veel van mijn spieren , het is elke keer 100-200 m fietsen en dan flink uithijgen voor de volgende fase.
Bolivia zal in mijn herinnering blijven als het meest primitieve land van Zuid Amerika . Het had de vieste WC`s en de slechtse hotels maar is daarentegen weer het goedkoopste . Het een staat niet los van het ander vaak .
Wat zeg je van het feit dat ik onderdak , (ik schrijf met opzet onderdak want meer is het niet) heb gevonden in een Boliviaans dorp waar geen WC aanwezig is ? Als je dan aan de eigenaar vraagt hoe dat moet s`nachts krijg je als antwoord , "ginds aan de overkant van de weg is een publieke WC " . Als alle inwoners op deze manier hun behoefte moeten doen kan het er s`nachts nog wel eens druk worden .
Of je hebt WC potten die misschien ooit wit geweest zijn maar na zoveel jaren een bruin uiterlijk hebben gekregen . Zal dat van de ....... zijn ?
Goed , laat ik er maar over ophouden anders wordt het zo`n negatief verhaal en dat verdient dit verder schitterende niet .
Bij de grenspassage van Bolivia met Argentinie zie ik het groepje Polen dat ik al eerder gesproken heb in Leymebamba (Peru) , zo'n 2.000 km terug . Over de grens , in Argentinie , staat op een bord te lezen dat Ushuaia nog slecht 5.500 km verwijderd is , ik ben er dus bijna , je hoeft slechts ruta 40 te volgen die je vorderingen aangeeft door de km's af te tellen .
Ik kan nu wel stellen dat het einde in zicht komt en blijkbaar geeft mij dat vleugels want moeiteloos rijd 165 , 155 , of 130 km per dag . Of moeiteloos eigenlijk niet helemaal , die dag van 155 km bijvoorbeeld naar El Sosneado was geen makkie . Na een wild nachtje (wildkamperen dus) rijd ik over een geaccidenteerde onverharde weg en na 95 km begin ik uit te zien naar een geschikte kampeerplek omdat ik 95 km eigenlijk wel welletjes vindt . Het is inmiddels 4 uur s'middags en bij het opdraaien naar een asfaltweg zie ik dat El Sosneado 65 km verderop ligt en besluit ik om die 65 km er ook maar bij te doen .
Als ik om 7 uur s'avonds het dorpje binnen fietst zie ik daar Willem Mieras aan een flesje bier lurken en besluit ik met hem mee te doen . Willem Mieras is een Nederlander net als ik , alleen hij organiseert reisjes op de bromfiets voor mensen die in hun jeugd ook op zo'n ding gezeten hebben en dit alles in de omgeving van San Rafael (Argentinie)
Maar dat ijskoude literbiertje had ik niet moeten nemen want het was toch wel een inspannende rit geweest en bij inspannende ritten vergaat mij de lust tot alles .
Het (eerst) lekkere biertje komt er even later met gulpen weer uit . Je hebt mensen die het nooit leren.
Salta is na San Salvador de Jujuy de tweede grote stad die ik aandoet in Argentinie en zoek een plekje voor mijn tent op Camping Municipal (gemeente camping) . Die eerste avond ga ik naar het centrum maar omdat het begint te regenen zoek ik beschutting onder een luifel . Hier begint mijn leven een andere wending te nemen in de vorm van ene Fernanda Lorena Ruiz .Tot op deze dag ging ik gebukt onder mijn scheiding die een paar jaar geleden had plaatsgevonden en was ik niet in staat geweest uit de put te kruipen die ik (blijkbaar) voor mezelf gecreerd had . De hele godsganse reis kon ik aan niets anders denken en nam het bezit van me . Hier in Salta sta ik te schuilen voor de regen en daar is Fernanda ineens , eveneens beschutting zoekend , met haar dochtertje Carla . We raken op een of andere manier aan de praat en zij nodigt mij uit om wat te gebruiken op de overdekte Mercado . De volgende dag is haar verjaardag en dat moet ook gevierd worden , dus voor ik het weet ga ik met een jonge vrouw op stap , ik , die jarenlang de vrouwen gemeden heb . Hier begint de ommekeer en het is deze vrouw geweest die dat in gang heeft gezet , onbewust , ze heeft het nooit geweten want ik heb het haar nooit verteld , misschien is het nu de tijd om dat toch maar eens te doen . Ze laat mij Salta zien en omgeving , ik krijg een Coca-Coladoop op haar verjaardag omdat zij de fles laat glippen , we eten "pollo al horno" (kip uit de oven ) , toch weer kip dus en na 5 dagen vindt ik de tijd rijp om verder te gaan richting Ushuaia , maar niet zonder haar eerst te beloven om regelmatig te bellen . Maar het is dus niet zo gek dat ik altijd een zwak voor haar gehouden heb . Ik kom ook tot de conclusie dat dit soort gesprekken (met haar ) een andere talenkennis vereist dan de geijkte vragen van "hoe oud ben je " hoe zwaar weegt je fiets " of "hoeveel km fiets je per dag " , daar weet ik inmiddels de antwoorden wel op .
Het kan best zijn dat het haar alleen om het geld te doen is maar dat vind ik op dit moment niet belangrijk , belangrijker vind ik dat ze iets in mij teweeg heeft gebracht , een proces op gang heeft gebracht waardoor ik de wereld om me heen weer anders ziet .
Na deze enerverende ontmoeting gaat het verder richting het Zuiden maar eerst buig ik af naar het noorden , naar Cachi en ik bereik dit plaatsje via "cuesta de Obispo" , dat is een soort bergpas . Cachi is in Argentinie bekend van zijn vele UFO's die hier gesignaleerd zijn of worden en volgens "ingewijden" is er hier een ondergrondse basis voor deze objecten en er is zelfs een persoon die een speciale landingsbaan aanlegt voor deze schotels . Ik zie er geen enkele en ga verder naar Cafayate , een van de wijnstreken in Argentinie .
In Ranquil del Norte mag ik mijn tent op zetten achter de politiepost en de enige dienstdoende agent verwent met een asado (BBQ) en een borrel bij een behaaglijk snorrende kachel .
In Barrancas houden de zwerfhonden me s'nachts uit mijn slaap , als er èèn begint te blaffen vallen de andere 200 bij en er is op het laatst eentje die zijn eigen echo beantwoord .
Voor ik Chos Malal binnenvalt op mijn stalen ros heb ik mij nog tegoed gedaan aan Cabrito . Dat is geroosterd geitenvlees zoals ik het nog nooit gegeten heb , zo lekker . Maar dat komt natuurlijk ook door het feit dat ik er al een lange rit op heb zitten en dan smaken zelfs rauwe bonen zoet . Ik zal hier nog jaren op teren , de gedachte dan . Hier in Chos Malal geef ik uiteindelijk mijn nutteloze wereldontvanger aan een dolgelukkige Claudio Fernando Basual , nutteloos in die zin dat ik hem nooit gebruikt heb .
Patagonia en het is hier ongelooflijk mooi met beboste hellingen,kristal heldere rivieren en meren .
Ik vind Argentinie zo wie zo schitterend,het lijkt veel op Amerika, wat altijd mijn favoriete fietsland is geweest, maar nu een grote concurrent heeft
Hier in de Andes vind je de Araucaria Araucara en volgens mij is het dezelfde boom die menig nederlands tuintje opsiert en die ik "apenbroodboom" noem maar ik weet niet of dat zijn echte naam is.De gelijkenis is groot,alleen als de bomen jong zijn,zo`n 30 40 jaar hebbeb zij het uiterlijk van de boom in NL,daarna beginnen algauw de onderste takken af te sterven en staat er alleen een paraplu.Maar er zijn ook bomen die heel lang hun takken behouden,kortom,je kan er geen peil op trekken.Het vreemde is dat de takken die afsteven geen littekens achterlaten op de stam,je kan niet zien dat er takken hebben gezeten.
Monday, January 19, 2009
Tuesday, December 2, 2008
NR 49 02-12-2008 Tupizza
Na lang wikken en wegen heb ik in Peru 2.000 km met de bus afgelegd . Eerst van Chachapoyas naar Leymebamba naar Celendín naar Cajamarca maar ik had al gauw gezien dat reizen in het binnenland van Peru hetzelfde is als fietsen door rul woestijnzand , het schiet niet op . Daarom ben ik langs de kust naar Trujillo , Lima, Ica en Arequipa gereisd en vandaar heb ik mijn fiets weer het werk laten doen . Dat betekent dat ik de afgelopen week weinig gefietst heb met de welbekende kramp als eerder op deze reis als gevolg toen ik Arequipa verliet . Juliaca heb ik in het vorige verslag behandeld dus dat zal ik overslaan . Vanaf Juliaca is het een dag fietsen naar Puno dat aan het beroemde Titicaca Meer ligt en als ik vanaf de hoogte het meer ziet liggen moet ik toch 2 x slikken , weer een mijlpaal op deze reis .
Eeuwen geleden isoleerden de Uros stammen zich van de agressieve Inca`s door òp het meer te gaan wonen , op zelfgemaakte kunsteilanden . Deze eilanden variêren in grootte natuurlijk maar gemiddeld zijn zij 25x25 meter en de basis per eiland bestaat uit 40 tot 50 blokken rietwortel die op hun beurt weer 30 tot 50 cm hoog en 40 cm in het vierkant zijn . Deze blokken steken ze uit de bodem van het meer en zij hebben de eigenschap om te blijven drijven . Daaroverheen wordt kruislings lagen riet aangebracht tot een dikte van wel 2 meter . Het riet moet van bovenaf regelmatig ververst worden omdat het wegrot onder water . Op èèn zo`n eiland wonen 7 tot 12 gezinnen , allemaal familie van elkaar en ieder eiland heeft zijn eigen wetten . Er zijn wel 100 eilanden totaal en die hebben dan èèn hoofdbestuurder .
Het is een vreemde gewaarwording om op zo`n deinende ondergrond te lopen .
Puno is vanaf het water haast onzichtbaar omdat de huizen dezelfde kleur hebben als de omringende bergen , totaal anders dan bv Zacatecas in Mexico waar de kleuren je tegemoet spetteren .
De Alti Plano (hoogvlakte op 3.000-4.000 hoogte) in Bolivia is wijds en groots en dor maar de grond schijnt toch wel vruchtbaar te zijn want overal wordt er druk gezaaid en geploegd . Incidenteel zie je een boom , alleen het puntige gras is alom aanwezig . Door de grote afstanden lijken de bergen in de verste verte te zweven boven een trillende en door luchtspiegelingen doortrokken atmosfeer .De huizen zijn allemaal uit dezelfde aarde vervaardigd die hen omringd . Na 12 uur steekt meestal de wind op en zorgt voor mini zandtornado`s , soms zijn er wel 10 in je gezichtsveld maar ook kan het gebeuren dat een compleet gebergte aan het gezicht onttrokken wordt door het vele zand dat de wind opwerpt .
La Paz , de hoofdstad van Bolivia is in een gigantisch gat gebouwd en vanaf de voorstad El Alto , die aan de rand van dat gat is gebouwd , heb je een imposant uitzicht over La Paz dat in de diepte ligt . Via de 11 km lange autopista en tevens toegangsweg daal ik af naar het centrum en word ik gewaar van de lelijkheid van deze stad als je zo binnenkomt .
De huizen zijn gebouwd in van die rode stenen die holle kamers hebben en heel breekbaar zijn met als gevolg dat er van veel stenen stukken afgebroken zijn maar toch gebruikt zijn om te bouwen . Dan kijk je dus tegen een gevel aan waar de gaten in zitten . Dan gebruiken ze soms te dunne specie zodat die tussen de stenen naar beneden druipt en je van die cementvegen ziet . De muren worden niet afgewerkt (lees :gestuct ) . Iedereen klooit maar wat aan , er komt geen architect aan te pas en als je dit leest kun je je een voorstelling maken hoe het er uit ziet als je La Paz binnenrijdt . Het centrum is anders , daar heb ik geen onvertogen woord voor . La Paz is geen stad zoals je gewend bent , niks geen groot vlak gedeelte waarop de stad gebouwd is , nee , algauw zit je op hellingen die erg steil kunnen zijn en er zijn gedeeltes , daar waan je je buiten in de vrije natuur maar dan plots zit je weer temidden van de huizen . Het lijkt of de stad bestaat uit wel 100 kleine dorpjes die dicht opeen liggen .
Buiten het centrum zijn huizen gebouwd op "rotsen" die geen rotsen zijn , ik noem het "gewapende modder" .
Het bestaat zo op het oog uit klei vermengd met keien en stenen , als je er een schop tegen geeft (iets dat ik gedaan heb )dan vliegen de stukken om je oren en dat gebruiken ze als ondergrond voor huizen die vaak tot op de rand van de afgrond zijn gebouwd .
Hier worden ook altijd de interlands gevoetbald tussen de Zuid Amerikaanse landen onderling en dat is heel slim van Bolivia want er is geen buitenlandse ploeg die hier goed presteert vanwege de grote hoogte waarop gespeeld word . Bolivia verliest bijna nooit op eigen terrein en laatst liep Messi brakend van het veld .
Als er demonstraties zijn of betogingen dan moet je voorzichtig zijn ,vooral als het mijnwerkers zijn die betogen want die gooien ,in plaats van met vuurwerk , met dynamiet , in de periode dat ik er ben zijn er een paar medebetogers om het leven gekomen .
In La Paz is ook mijn voorvelg aan vervanging toe .
Omdat er in La Paz nauwelijks gefietst wordt brengt mijn zoektocht mij in de voorstad El Alto waar ik voor 20 euro een nieuw wiel op de kop tikt , gespaakt en al . Toen ik in San Jose was ben ik zo dom geweest om via DHL een velg in Nederland te bestellen , iets dat me 120 euro gekost heeft
In Tupíza zijn opvallend veel pizzeria´s , misschien komt het door de naam maar voor mij is het een welkome afwisseling . Tupiza ligt temidden van prachtige rode rotsen en er is veel te zien , tenminste , als je houdt van La Puerta del Diablo (de poort van de duivel) , een metersdikke plaat die loodrecht opreist in het landschap en die in het midden een scheur vertoont waar een rivier doorheen stroomt . Of een afbeelding van een Adelaar in de rotsen . Of Entre Rios , waar twee rivieren samenkomen . Of El valle de la Luna (de vallei van de maan) . Of La silla del Diablo (stoel van de duivel). Kortom , allemaal namen om het interessant te maken , maar zonder gekheid , de omgeving is mooi .
In het stadspark loop ik Sonia tegen het lijf , ze komt een paar maal per jaar met haar zus naar deze plaats om een stuk grond van haar overleden vader te verkopen maar tot op heden wil dat niet erg lukken . De kinderen zijn allemaal uitgevlogen naar buurlanden zoals Argentinie en Brazilie , zij geeft mij haar adres in Rio de Janeiro maar ik denk , "dat ligt te ver van mijn route" .
Ik opper het idee om een klompje goud op het terrein achter te laten en dat dan later , als ze er met een potentiele koper is , quasie argeloos op te rapen . Nou , dat vinden ze wel een goed idee en ik denk dat het terrein inmiddels verkocht is .
Het volgende moet je beslist lezen , hilarisch .
Bij het uitrijden van Tupiza besluit ik om de de spoorbaan te volgen (die eenmaal per week gebruikt wordt) om dan later , als het nodig is de weg weer op te zoeken , of doorrijden naar het volgend station dat ooit een keer moet komen . De eerste kilometers geniet ik van het ruisen van de rivier en de wetenschap dat er geen ander verkeer is , echter , na 10 kilometer , als de weg reeds lang uit het zicht verdwenen is en de ontsnapping aan de spoorbaan via die route onmogelijk geworden is , begint ook het pad langs de spoorbaan , dat in het begin goed te fietsen is te verdwijnen . Ik begin te twijfelen of dit wel zo`n goed idee is en uiteindelijk draai ik om . Maar om nu 15 km terug te fietsen , neeeee , Sjakie weet een betere oplossing en zoekt daarom , weer bij de rivier gekomen , naar een doorwaadbare plek . Dat is nog niet zò makkelijk maar uiteindelijk denk ik hem gevonden te hebben in een plaats waar het water borrelt en bruist en de stenen dicht aan de oppervlakte liggen , dit alles geheel indachtig het "Handboek voor de Avontuurlijk ingestelde Fietser die in Bunnik geboren en getogen is" . Misschien had je het niet verwacht maar de oversteek gaat goed . Waar zit dan dat hilarische moment zal je je afvragen , nou geduld , dat komt .
Ik ben dus aan de overkant van de rivier en denk , hup , nog even naar de weg lopen en fietsen weer . Maar daarbij stuit ik op een betonnen irrigatie kanaal langs die weg , zo eentje die van dorp naar dorp loopt en geen bruggetjes heeft . Hij is ruim 1 meter breed en diep , nou ja , dat is niet belangrijk , het is met 1 stap te doen . Maar niet met een fiets met volle bepakking dus ik begin mijn fiets af te pakken , gooi mijn tassen naar de overkant , totdat ik een naakte fiets over houd . Nu heb je Dwergwerpen , Paalwerpen ,,,,,, maar fietswerpen , nee , dat lijkt mij niet gewenst voor mijn edele ros dus besluit ik om hem bij de hand te nemen en over te stappen . Daar gaat het fout en misschien verwachtte je dat ook want als het hilarisch wordt , dan moet het gauw komen . De stap met fiets is toch wel groot en ik verdwijn , met fiets en al in het irrigatiekanaal , waarbij ik het geluk heb gehad dat ik niet in het eerstvolgende dorp aangespoeld ben . Nee , alle gekheid op een stokje , ik ben drijfnat , maar dat ben ik wel eens vaker en ook dat gaat weer over .
Eeuwen geleden isoleerden de Uros stammen zich van de agressieve Inca`s door òp het meer te gaan wonen , op zelfgemaakte kunsteilanden . Deze eilanden variêren in grootte natuurlijk maar gemiddeld zijn zij 25x25 meter en de basis per eiland bestaat uit 40 tot 50 blokken rietwortel die op hun beurt weer 30 tot 50 cm hoog en 40 cm in het vierkant zijn . Deze blokken steken ze uit de bodem van het meer en zij hebben de eigenschap om te blijven drijven . Daaroverheen wordt kruislings lagen riet aangebracht tot een dikte van wel 2 meter . Het riet moet van bovenaf regelmatig ververst worden omdat het wegrot onder water . Op èèn zo`n eiland wonen 7 tot 12 gezinnen , allemaal familie van elkaar en ieder eiland heeft zijn eigen wetten . Er zijn wel 100 eilanden totaal en die hebben dan èèn hoofdbestuurder .
Het is een vreemde gewaarwording om op zo`n deinende ondergrond te lopen .
Puno is vanaf het water haast onzichtbaar omdat de huizen dezelfde kleur hebben als de omringende bergen , totaal anders dan bv Zacatecas in Mexico waar de kleuren je tegemoet spetteren .
De Alti Plano (hoogvlakte op 3.000-4.000 hoogte) in Bolivia is wijds en groots en dor maar de grond schijnt toch wel vruchtbaar te zijn want overal wordt er druk gezaaid en geploegd . Incidenteel zie je een boom , alleen het puntige gras is alom aanwezig . Door de grote afstanden lijken de bergen in de verste verte te zweven boven een trillende en door luchtspiegelingen doortrokken atmosfeer .De huizen zijn allemaal uit dezelfde aarde vervaardigd die hen omringd . Na 12 uur steekt meestal de wind op en zorgt voor mini zandtornado`s , soms zijn er wel 10 in je gezichtsveld maar ook kan het gebeuren dat een compleet gebergte aan het gezicht onttrokken wordt door het vele zand dat de wind opwerpt .
La Paz , de hoofdstad van Bolivia is in een gigantisch gat gebouwd en vanaf de voorstad El Alto , die aan de rand van dat gat is gebouwd , heb je een imposant uitzicht over La Paz dat in de diepte ligt . Via de 11 km lange autopista en tevens toegangsweg daal ik af naar het centrum en word ik gewaar van de lelijkheid van deze stad als je zo binnenkomt .
De huizen zijn gebouwd in van die rode stenen die holle kamers hebben en heel breekbaar zijn met als gevolg dat er van veel stenen stukken afgebroken zijn maar toch gebruikt zijn om te bouwen . Dan kijk je dus tegen een gevel aan waar de gaten in zitten . Dan gebruiken ze soms te dunne specie zodat die tussen de stenen naar beneden druipt en je van die cementvegen ziet . De muren worden niet afgewerkt (lees :gestuct ) . Iedereen klooit maar wat aan , er komt geen architect aan te pas en als je dit leest kun je je een voorstelling maken hoe het er uit ziet als je La Paz binnenrijdt . Het centrum is anders , daar heb ik geen onvertogen woord voor . La Paz is geen stad zoals je gewend bent , niks geen groot vlak gedeelte waarop de stad gebouwd is , nee , algauw zit je op hellingen die erg steil kunnen zijn en er zijn gedeeltes , daar waan je je buiten in de vrije natuur maar dan plots zit je weer temidden van de huizen . Het lijkt of de stad bestaat uit wel 100 kleine dorpjes die dicht opeen liggen .
Buiten het centrum zijn huizen gebouwd op "rotsen" die geen rotsen zijn , ik noem het "gewapende modder" .
Het bestaat zo op het oog uit klei vermengd met keien en stenen , als je er een schop tegen geeft (iets dat ik gedaan heb )dan vliegen de stukken om je oren en dat gebruiken ze als ondergrond voor huizen die vaak tot op de rand van de afgrond zijn gebouwd .
Hier worden ook altijd de interlands gevoetbald tussen de Zuid Amerikaanse landen onderling en dat is heel slim van Bolivia want er is geen buitenlandse ploeg die hier goed presteert vanwege de grote hoogte waarop gespeeld word . Bolivia verliest bijna nooit op eigen terrein en laatst liep Messi brakend van het veld .
Als er demonstraties zijn of betogingen dan moet je voorzichtig zijn ,vooral als het mijnwerkers zijn die betogen want die gooien ,in plaats van met vuurwerk , met dynamiet , in de periode dat ik er ben zijn er een paar medebetogers om het leven gekomen .
In La Paz is ook mijn voorvelg aan vervanging toe .
Omdat er in La Paz nauwelijks gefietst wordt brengt mijn zoektocht mij in de voorstad El Alto waar ik voor 20 euro een nieuw wiel op de kop tikt , gespaakt en al . Toen ik in San Jose was ben ik zo dom geweest om via DHL een velg in Nederland te bestellen , iets dat me 120 euro gekost heeft
In Tupíza zijn opvallend veel pizzeria´s , misschien komt het door de naam maar voor mij is het een welkome afwisseling . Tupiza ligt temidden van prachtige rode rotsen en er is veel te zien , tenminste , als je houdt van La Puerta del Diablo (de poort van de duivel) , een metersdikke plaat die loodrecht opreist in het landschap en die in het midden een scheur vertoont waar een rivier doorheen stroomt . Of een afbeelding van een Adelaar in de rotsen . Of Entre Rios , waar twee rivieren samenkomen . Of El valle de la Luna (de vallei van de maan) . Of La silla del Diablo (stoel van de duivel). Kortom , allemaal namen om het interessant te maken , maar zonder gekheid , de omgeving is mooi .
In het stadspark loop ik Sonia tegen het lijf , ze komt een paar maal per jaar met haar zus naar deze plaats om een stuk grond van haar overleden vader te verkopen maar tot op heden wil dat niet erg lukken . De kinderen zijn allemaal uitgevlogen naar buurlanden zoals Argentinie en Brazilie , zij geeft mij haar adres in Rio de Janeiro maar ik denk , "dat ligt te ver van mijn route" .
Ik opper het idee om een klompje goud op het terrein achter te laten en dat dan later , als ze er met een potentiele koper is , quasie argeloos op te rapen . Nou , dat vinden ze wel een goed idee en ik denk dat het terrein inmiddels verkocht is .
Het volgende moet je beslist lezen , hilarisch .
Bij het uitrijden van Tupiza besluit ik om de de spoorbaan te volgen (die eenmaal per week gebruikt wordt) om dan later , als het nodig is de weg weer op te zoeken , of doorrijden naar het volgend station dat ooit een keer moet komen . De eerste kilometers geniet ik van het ruisen van de rivier en de wetenschap dat er geen ander verkeer is , echter , na 10 kilometer , als de weg reeds lang uit het zicht verdwenen is en de ontsnapping aan de spoorbaan via die route onmogelijk geworden is , begint ook het pad langs de spoorbaan , dat in het begin goed te fietsen is te verdwijnen . Ik begin te twijfelen of dit wel zo`n goed idee is en uiteindelijk draai ik om . Maar om nu 15 km terug te fietsen , neeeee , Sjakie weet een betere oplossing en zoekt daarom , weer bij de rivier gekomen , naar een doorwaadbare plek . Dat is nog niet zò makkelijk maar uiteindelijk denk ik hem gevonden te hebben in een plaats waar het water borrelt en bruist en de stenen dicht aan de oppervlakte liggen , dit alles geheel indachtig het "Handboek voor de Avontuurlijk ingestelde Fietser die in Bunnik geboren en getogen is" . Misschien had je het niet verwacht maar de oversteek gaat goed . Waar zit dan dat hilarische moment zal je je afvragen , nou geduld , dat komt .
Ik ben dus aan de overkant van de rivier en denk , hup , nog even naar de weg lopen en fietsen weer . Maar daarbij stuit ik op een betonnen irrigatie kanaal langs die weg , zo eentje die van dorp naar dorp loopt en geen bruggetjes heeft . Hij is ruim 1 meter breed en diep , nou ja , dat is niet belangrijk , het is met 1 stap te doen . Maar niet met een fiets met volle bepakking dus ik begin mijn fiets af te pakken , gooi mijn tassen naar de overkant , totdat ik een naakte fiets over houd . Nu heb je Dwergwerpen , Paalwerpen ,,,,,, maar fietswerpen , nee , dat lijkt mij niet gewenst voor mijn edele ros dus besluit ik om hem bij de hand te nemen en over te stappen . Daar gaat het fout en misschien verwachtte je dat ook want als het hilarisch wordt , dan moet het gauw komen . De stap met fiets is toch wel groot en ik verdwijn , met fiets en al in het irrigatiekanaal , waarbij ik het geluk heb gehad dat ik niet in het eerstvolgende dorp aangespoeld ben . Nee , alle gekheid op een stokje , ik ben drijfnat , maar dat ben ik wel eens vaker en ook dat gaat weer over .
Monday, October 27, 2008
NR 48 27-10-2008 Titicaca meer
De eerste dagen dat ik in Peru ben maak ik kennis met de taxi zoals ze die hier kennen , een driewielig motorvoertuig dat sterk doet denken aan de Oude Schicht uit de strip van de Hr.O.B.Bommel .
In Jaèn bestaat het verkeer in het centrum naar schatting (van mij ) 80 tot 90% uit deze voertuigjes , met een enkele privè auto daartussen . Maar dit is slechts een moment opname , het zal niet overal zo zijn .
Nu ik hier in Peru ben weet ik ook waar de Laaf zijn inspiratiebron aan ontleent , je weet wel , dat lelijke figuur dat in veel tuinen van Nederland is te vinden . Hier op het platteland leven ze in het wild , de dikbuikige mannetjes met hun grote oren en neus en de krombenige vrouwtjes met hun malle hoed . Ik heb altijd gedacht dat het een gedachtenspinsel was van een creatieve geest maar niets is minder waar . De mensen hier hebben model gestaan en heb je veel aanverwante stammen , zoals de Conc-laaf , Galeis-laaf ,Autoc-laaf en de A-laaf .
Juliaca , dat op 3800 m hoogte ligt en 150.000 inwoners telt vind ik een vreselijk lelijke stad met z`n onafgemaakte huizen waaruit het betonijzer omhoog steekt , in afwachting van de volgende etage die over enige jaren (of nooit) voltooid zal worden . Het lijkt of je in een wijk in aanbouw bent beland , of afbraak , kan ook nog .
Als variatie op het thema eten heb ik een nieuwtje , altijd maar rijst met of kip met rijst gaat vervelen, dus in Peru aangekomen zag ik Cavia op het menu staan en om dat eens te proberen ging ik bij het betreffende restaurant naar binnen . Welnu , de smaak is een beetje naar konijn , een beetje vettig , niet droog maar wel een ietsje taai (of heb ik nu een exemplaar dat een natuurlijke dood gestorven is ?) maar ik vind het wel een schande om voor het kleine beetje vlees dat het te bieden heeft daarvoor een Cavia te doden . Dus voor mij geld , dan maar weer kip met rijst maar dit nooit weer .
Over het volgende loop ik al langer te dubben en dat is het volgende . Als ik op deze manier doorreis dan zal ik in de winter in Patagonie (mijn eindbestemming) zijn en dat lijkt mij vreselijk koud .
Daarom lijkt het mij beter om Peru voor een groot gedeelte over te slaan door met de bus te reizen en vanaf Bolivia de fiets weer ter hand te nemen .
Ook is er de mogelijkheid om in het noorden van Argentinie te overwinteren , Salta is wat dat betreft een goede optie heb ik mij laten vertellen .
Ik weet nog niet wat het wordt , de volgende keer meer .
In Jaèn bestaat het verkeer in het centrum naar schatting (van mij ) 80 tot 90% uit deze voertuigjes , met een enkele privè auto daartussen . Maar dit is slechts een moment opname , het zal niet overal zo zijn .
Nu ik hier in Peru ben weet ik ook waar de Laaf zijn inspiratiebron aan ontleent , je weet wel , dat lelijke figuur dat in veel tuinen van Nederland is te vinden . Hier op het platteland leven ze in het wild , de dikbuikige mannetjes met hun grote oren en neus en de krombenige vrouwtjes met hun malle hoed . Ik heb altijd gedacht dat het een gedachtenspinsel was van een creatieve geest maar niets is minder waar . De mensen hier hebben model gestaan en heb je veel aanverwante stammen , zoals de Conc-laaf , Galeis-laaf ,Autoc-laaf en de A-laaf .
Juliaca , dat op 3800 m hoogte ligt en 150.000 inwoners telt vind ik een vreselijk lelijke stad met z`n onafgemaakte huizen waaruit het betonijzer omhoog steekt , in afwachting van de volgende etage die over enige jaren (of nooit) voltooid zal worden . Het lijkt of je in een wijk in aanbouw bent beland , of afbraak , kan ook nog .
Als variatie op het thema eten heb ik een nieuwtje , altijd maar rijst met of kip met rijst gaat vervelen, dus in Peru aangekomen zag ik Cavia op het menu staan en om dat eens te proberen ging ik bij het betreffende restaurant naar binnen . Welnu , de smaak is een beetje naar konijn , een beetje vettig , niet droog maar wel een ietsje taai (of heb ik nu een exemplaar dat een natuurlijke dood gestorven is ?) maar ik vind het wel een schande om voor het kleine beetje vlees dat het te bieden heeft daarvoor een Cavia te doden . Dus voor mij geld , dan maar weer kip met rijst maar dit nooit weer .
Over het volgende loop ik al langer te dubben en dat is het volgende . Als ik op deze manier doorreis dan zal ik in de winter in Patagonie (mijn eindbestemming) zijn en dat lijkt mij vreselijk koud .
Daarom lijkt het mij beter om Peru voor een groot gedeelte over te slaan door met de bus te reizen en vanaf Bolivia de fiets weer ter hand te nemen .
Ook is er de mogelijkheid om in het noorden van Argentinie te overwinteren , Salta is wat dat betreft een goede optie heb ik mij laten vertellen .
Ik weet nog niet wat het wordt , de volgende keer meer .
Tuesday, October 7, 2008
NR 47 07-10-2008 Jaèn
Als ik de vulkaan Cotopaxi nader die met z'n 5900 m hoog boven het landschap uittorent heb ik het geluk hem in al zijn glorie te aanschouwen , zonder storende wolken . Een paar kleintjes zijn er slechts , maar die accentueren de schaduwen op de besneeuwde top .
Ik neem mijn intrek in een hotel dat een paar km ervan verwijderd is en heb ik zodoende het volle zicht op de lange lichtoplopende helling die tenslotte overgaat in de steeds steiler wordende kegel die de top markeert .
Als ik naar het park fietst zie ik bij de ingang dat buitenlanders 10 dollar moeten betalen en voor de eigen inwoners is het 2 dollar . Omdat ik geen zin heb om te betalen voor iets dat ik vanbuiten de parkgrenzen ook goed kan zien , en tenslotte vanuit mijn hotel al bewonderd heb ga ik na een uur dezelfde weg terug .
OK, Cotopaxi achter mij latend fiets ik naar Baños . Nu betekent baños op zijn spaans toilet of wc maar in dit geval is het een plaats en daarvoor verlaat ik de toch wel saaie Pan Americana en daal af naar het regenwoud waar het ook daadwerkelijk regent . In Baños aangekomen komt het de volgende dag er niet van om de immer actieve vulkaan Tungurahua te benaderen vanwege laaghangende bewolking . In 2006 was hij nog actief en blokkeerde de wegen . Dan maar de plaatselijke kerk bezoeken waar de muren volhangen met grote schilderijen die verhalen van catastrofes en miraculeuze reddingen die door de jaren heen gebeurd zijn .
Toevallig ontmoet ik Claire , een meisje uit Australië dat ook alleen reist en om die reden , net als ik , sneller in contact komt met andere personen . Ze vertelt dat ze ook graag fietst en omdat ik de volgende dag vertrek spreken wij af dat ze dan een stuk met mij op zal rijden om daarna terug te keren naar Banos .
Vanaf Banos daalt de weg spectaculair richting Puyo alwaar ik overnacht . Na Puyo wordt de weg onverhard met soms rivierbedding achtige toestanden en dat zal 150 km aanhouden . Tijdens de rit van Puyo naar Chuitayo haal ik een paar andere fietsers uit Zwitserland in en die avond bivakkeren wij in Chuitayo en rijden de dag erop gezamenlijk naar Macas , waar wij bij de Bomberos (brandweer) onderdak zoeken . Op een gegeven moment raak ik de twee Zwitsers kwijt omdat ik een andere onvoorziene route neem . Als ik s'morgens vanuit het hotel vertrekt begint het al vrij snel te regenen en omdat het echt een binnenweg is met de bijbehorende klimpercentage's rij ik als het ware in een rivier en is het een "hell of a ride " . Wanneer ik een fatsoenlijk dorp tegenkom blijk ik toch niet uit het goede fietsershout gesneden te zijn en besluit ik , me moe en ellendig voelend ,verder te reizen met de bus naar Cuenca . Aldus kan het gebeuren dat ik de andere fietsers uit het oog verliest .
Hoe Ik er ooit bij kom om de hoofdweg te verlaten en de 5 km af te dalen naar het gehucht El Progreso zal wel altijd een raadsel blijven . Soms neemt een mens van die raadselachtige beslissingen . Geheel in stijl met die beslissing is er uiteraard geen onderkomen daar en ,na verschillende navragen , besluit ik om mijn tent op te zetten op het marktplein dat bestaat uit houten afscheidingen met een dakje , omdat terugklimmen naar de hoofdweg vandaag uit het woordenboek is geschrapt . Ook is er niks te eten en als ik wat uit mijn tassen tovert komt er een jongen zeggen dat er wel een vrouw is die voor mij wil koken maar ik bedank hem vriendelijk .
Als mijn tent staat komt er plots een meisje zeggen dat ik wel bij haar ouders kan overnachten , zij was al eerder langsgekomen met haar moeder en zo kan het gebeuren dat ik mijn tent afbreek in het inmiddels donkere dorp .
Binnen wordt de ( enige?) lamp uit een andere kamer uit zijn fitting gedraaid om mijn kamer te verlichten en we praten nog wat waarbij ze vragen of het boek waarin ik las de bijbel is .Ook vragen ze of ik in god geloof . Wie mij kent weet op beide vragen het antwoord .
Mijn kennismaking met Peru verloopt niet van een leien dakje . De rit van de grensplaats Namballe naar San Ignacio zal een helletocht worden . Kort nadat ik vertrokken ben begint het weer te regenen , nou is dat niet zo`n ramp want de weg is hier verhard met keien . Maar dat zal niet zo blijven ! De eerste modder krijg ik kort voor een dorpje en ik ga daar even in een winkeltje overleggen met mezelf wat te doen . Hier blijven kan niet want er is helemaal niks . Terug ? Zou kunnen maar ik weet niet hoe de weg verderop is , misschien is de modder verderop asfalt geworden . . Uiteindelijk besluit ik om door te gaan en dat zal mij nog lang heugen . Het regent inmiddels al een paar uur en het regenwater begint door te dringen in de diepere lagen en de modder wordt zo langzamerhand een brij die zich vasthecht aan mijn banden . Af en toe is er een stukje verharde weg maar telkens gaat dat weer over in de modderbrij . Doordat de modder telkensmaal tussen mijn voorspatbord en de band blijft plakken en zo verdergaan onmogelijk maakt moet ik telkens van de fiets om de modder met een takje weg te peuteren . Nadat dat 10 x is gebeurt sloop ik mijn voorspatbord van mijn fiets en gooi het in de berm . Ondertussen ben ik er niet schoner op geworden , zat eerst de modder aan mijn handen ,langzamerhand verplaatst het zich over mijn hele uitrusting , stuur , tassen , zadel enz . , op het laatst ben ik een wandelend/fietsend moddermannetje geworden . Als 2 mannen op een motor mij passeren en daarbij indringend achterom kijken interpreteer dat als bedreigend , terwijl het misschien nieuwsgierigheid is . Gelukkig wordt mij op dat moment een lift aangeboden , (voor 5 dollar , dat wel ) en al glijdend en slippend dalen we af naar San Ignacio waar ik mijn fiets weer voor het eerst sinds Alaska onder de hogedrukreiniger zet .
Ik kom weer eens in geldnood als de pin automaat in San Ignacio mijn bankkaart weigert en de enige bank in het dorp het vervolgens ook vertikt om mijn traveler cheques te verzilveren .
Noodgedwongen neem ik de bus naar Jaèn waar ik opgelucht ademhaal als mijn geld wordt uitgehoest .
Welkom in Peru !
Ik neem mijn intrek in een hotel dat een paar km ervan verwijderd is en heb ik zodoende het volle zicht op de lange lichtoplopende helling die tenslotte overgaat in de steeds steiler wordende kegel die de top markeert .
Als ik naar het park fietst zie ik bij de ingang dat buitenlanders 10 dollar moeten betalen en voor de eigen inwoners is het 2 dollar . Omdat ik geen zin heb om te betalen voor iets dat ik vanbuiten de parkgrenzen ook goed kan zien , en tenslotte vanuit mijn hotel al bewonderd heb ga ik na een uur dezelfde weg terug .
OK, Cotopaxi achter mij latend fiets ik naar Baños . Nu betekent baños op zijn spaans toilet of wc maar in dit geval is het een plaats en daarvoor verlaat ik de toch wel saaie Pan Americana en daal af naar het regenwoud waar het ook daadwerkelijk regent . In Baños aangekomen komt het de volgende dag er niet van om de immer actieve vulkaan Tungurahua te benaderen vanwege laaghangende bewolking . In 2006 was hij nog actief en blokkeerde de wegen . Dan maar de plaatselijke kerk bezoeken waar de muren volhangen met grote schilderijen die verhalen van catastrofes en miraculeuze reddingen die door de jaren heen gebeurd zijn .
Toevallig ontmoet ik Claire , een meisje uit Australië dat ook alleen reist en om die reden , net als ik , sneller in contact komt met andere personen . Ze vertelt dat ze ook graag fietst en omdat ik de volgende dag vertrek spreken wij af dat ze dan een stuk met mij op zal rijden om daarna terug te keren naar Banos .
Vanaf Banos daalt de weg spectaculair richting Puyo alwaar ik overnacht . Na Puyo wordt de weg onverhard met soms rivierbedding achtige toestanden en dat zal 150 km aanhouden . Tijdens de rit van Puyo naar Chuitayo haal ik een paar andere fietsers uit Zwitserland in en die avond bivakkeren wij in Chuitayo en rijden de dag erop gezamenlijk naar Macas , waar wij bij de Bomberos (brandweer) onderdak zoeken . Op een gegeven moment raak ik de twee Zwitsers kwijt omdat ik een andere onvoorziene route neem . Als ik s'morgens vanuit het hotel vertrekt begint het al vrij snel te regenen en omdat het echt een binnenweg is met de bijbehorende klimpercentage's rij ik als het ware in een rivier en is het een "hell of a ride " . Wanneer ik een fatsoenlijk dorp tegenkom blijk ik toch niet uit het goede fietsershout gesneden te zijn en besluit ik , me moe en ellendig voelend ,verder te reizen met de bus naar Cuenca . Aldus kan het gebeuren dat ik de andere fietsers uit het oog verliest .
Hoe Ik er ooit bij kom om de hoofdweg te verlaten en de 5 km af te dalen naar het gehucht El Progreso zal wel altijd een raadsel blijven . Soms neemt een mens van die raadselachtige beslissingen . Geheel in stijl met die beslissing is er uiteraard geen onderkomen daar en ,na verschillende navragen , besluit ik om mijn tent op te zetten op het marktplein dat bestaat uit houten afscheidingen met een dakje , omdat terugklimmen naar de hoofdweg vandaag uit het woordenboek is geschrapt . Ook is er niks te eten en als ik wat uit mijn tassen tovert komt er een jongen zeggen dat er wel een vrouw is die voor mij wil koken maar ik bedank hem vriendelijk .
Als mijn tent staat komt er plots een meisje zeggen dat ik wel bij haar ouders kan overnachten , zij was al eerder langsgekomen met haar moeder en zo kan het gebeuren dat ik mijn tent afbreek in het inmiddels donkere dorp .
Binnen wordt de ( enige?) lamp uit een andere kamer uit zijn fitting gedraaid om mijn kamer te verlichten en we praten nog wat waarbij ze vragen of het boek waarin ik las de bijbel is .Ook vragen ze of ik in god geloof . Wie mij kent weet op beide vragen het antwoord .
Mijn kennismaking met Peru verloopt niet van een leien dakje . De rit van de grensplaats Namballe naar San Ignacio zal een helletocht worden . Kort nadat ik vertrokken ben begint het weer te regenen , nou is dat niet zo`n ramp want de weg is hier verhard met keien . Maar dat zal niet zo blijven ! De eerste modder krijg ik kort voor een dorpje en ik ga daar even in een winkeltje overleggen met mezelf wat te doen . Hier blijven kan niet want er is helemaal niks . Terug ? Zou kunnen maar ik weet niet hoe de weg verderop is , misschien is de modder verderop asfalt geworden . . Uiteindelijk besluit ik om door te gaan en dat zal mij nog lang heugen . Het regent inmiddels al een paar uur en het regenwater begint door te dringen in de diepere lagen en de modder wordt zo langzamerhand een brij die zich vasthecht aan mijn banden . Af en toe is er een stukje verharde weg maar telkens gaat dat weer over in de modderbrij . Doordat de modder telkensmaal tussen mijn voorspatbord en de band blijft plakken en zo verdergaan onmogelijk maakt moet ik telkens van de fiets om de modder met een takje weg te peuteren . Nadat dat 10 x is gebeurt sloop ik mijn voorspatbord van mijn fiets en gooi het in de berm . Ondertussen ben ik er niet schoner op geworden , zat eerst de modder aan mijn handen ,langzamerhand verplaatst het zich over mijn hele uitrusting , stuur , tassen , zadel enz . , op het laatst ben ik een wandelend/fietsend moddermannetje geworden . Als 2 mannen op een motor mij passeren en daarbij indringend achterom kijken interpreteer dat als bedreigend , terwijl het misschien nieuwsgierigheid is . Gelukkig wordt mij op dat moment een lift aangeboden , (voor 5 dollar , dat wel ) en al glijdend en slippend dalen we af naar San Ignacio waar ik mijn fiets weer voor het eerst sinds Alaska onder de hogedrukreiniger zet .
Ik kom weer eens in geldnood als de pin automaat in San Ignacio mijn bankkaart weigert en de enige bank in het dorp het vervolgens ook vertikt om mijn traveler cheques te verzilveren .
Noodgedwongen neem ik de bus naar Jaèn waar ik opgelucht ademhaal als mijn geld wordt uitgehoest .
Welkom in Peru !
Monday, September 15, 2008
NR 46 15-09-2008. Latacunga
Als ik om 7.30 uur het hotel in Latacunga verlaat regent het en blijken alle restaurants nog gesloten te zijn zodat ik mijn heil zoekt op de locale markt om de inwendige mens te versterken . Ik zie hoe de borden en het bestek afgewassen worden in een emmer water en ik heb geen idee hoe lang ze met dat water doen alvorens het te verversen maar allee ," vieze varkens worden niet vet" zei mijn moeder altijd en omdat ik nog maar 1 maal ziek geweest bent van het eten zal het deze keer ook wel meevallen . Later op die dag , als ik zoveel km' s heb gereden om weer hongerig te zijn zie ik weer restaurants die allemaal gesloten zijn , ik weet niet wat het is vandaag . Een feestdag misschien ? Het is zondag maar dat mag niet de reden zijn . Uiteindelijk kom ik langs een grote pan die langs de weg op een vuurtje staat en daar moet dus eten zijn . Dat klopt ,,het is echter alleen soep maar dat mag de pret niet drukken en ik zet mijn fiets opzij . In de soep drijven lange worsten waar geen vlees inzit maar" iets anders"" . Men doet wat van de worst in een kom en giet daar wat soep bij en ik zie dingen voorbij komen die ik van mijn levensdagen nog nooit gezien heb , ik herken een stuk varkenshuid waar sommige haren nog opzitten en verdraait nog aan toe ik zie de mij nu zo bekende varkensoor ook voorbij drijven ! Maar , ik kan zo langzamerhand als lijfspreuk voeren "ook deze keer ben ik er niet ziek van geworden" , maar eh , die varkensoor heb ik maar laten liggen , een hond heeft er al moeite genoeg mee . Dit wordt al een echt tafelpraatje en ik kan hier nog wel even mee doorgaan . Het eten in de plaatsjes waar ik kom is niet om " over naar huis te schrijven " wil ik zeggen . Maar dat doe ik juist . Het is vaak " kip met rijst , of " rijst met kip " en er zijn gevallen bij waarbij dit menu op de muur geschreven staat , bij wijze van spreken en dat is de keus die je hebt , ok , ik overdrijf nu een beetje .
Er is ook nog zoiets als rijst met bonen !
Dan kennen ze ook het woord "biftec" en dat moet je vooral niet verwarren met het Nederlandse biefstuk , het is zo taai dat de plaatselijke bevolking al hun tanden zijn verloren met het eten daarvan want er is bijna niemand meer over met een fatsoenlijk gebit . Al met al heb ik een truc verzonnen omdat ik vond dat ik veel te korte pauzes nam . Ik bestel zo'n lekker taai stukje vlees , daar zit ik dan vervolgens gegarandeerd 1 uur op te kauwen en kan ik uitgerust weer op weg .
Over het behandelen van vlees heeft men in Zuid Amerika ook zo zijn eigen gedachten . Het wordt vervoerd in open vrachtwagen , men sjouwt het over straat in kleren zo vies en ik heb dierlijk afval op straat zien liggen waar de gieren aan pikten en dan komt er een mannetje die met z'n blote handen het afval aanraakt om het weer goed te leggen en even later loopt hij weer vlees te sjouwen .
In Guatemala heb ik eens honden in en uit zien lopen bij een slagerij zonder dat hen een strobreed in de weg werd gelegd .
Nou , dat was het thema eten . Eet smakelijk nog !
Er is ook nog zoiets als rijst met bonen !
Dan kennen ze ook het woord "biftec" en dat moet je vooral niet verwarren met het Nederlandse biefstuk , het is zo taai dat de plaatselijke bevolking al hun tanden zijn verloren met het eten daarvan want er is bijna niemand meer over met een fatsoenlijk gebit . Al met al heb ik een truc verzonnen omdat ik vond dat ik veel te korte pauzes nam . Ik bestel zo'n lekker taai stukje vlees , daar zit ik dan vervolgens gegarandeerd 1 uur op te kauwen en kan ik uitgerust weer op weg .
Over het behandelen van vlees heeft men in Zuid Amerika ook zo zijn eigen gedachten . Het wordt vervoerd in open vrachtwagen , men sjouwt het over straat in kleren zo vies en ik heb dierlijk afval op straat zien liggen waar de gieren aan pikten en dan komt er een mannetje die met z'n blote handen het afval aanraakt om het weer goed te leggen en even later loopt hij weer vlees te sjouwen .
In Guatemala heb ik eens honden in en uit zien lopen bij een slagerij zonder dat hen een strobreed in de weg werd gelegd .
Nou , dat was het thema eten . Eet smakelijk nog !
Wednesday, September 10, 2008
NR 45. 10-09-2008. Quito 2
Quito is een stad met 1.5 milj. inwoners en het ligt op ruim 2800 m hoogte en als ik de stad nader zie ik van verre de smog boven de stad hangen . Ik kan me dat niet herinneren van de andere steden in zuid Amerika die ik gezien heb . Het oude centrum beslaat 300 ha en het was het eerste centrum ter wereld dat op de UNESCO lijst verscheen . Dat is vandaag op de kop af 30 jaar geleden en dat moet gevierd worden , wat dus ook gebeurd . Het is dus vanzelfsprekend dat er prachtige koloniale gebouwen zijn waarvan de kerk het meest in het oog springt . Het is alles goud wat er blinkt en volgens verhalen die er rondgaan is er voor 7 ton (gewicht) aan goudverf gebruikt , als je er van houd zal je het mooi vinden . Ik vind de vloer het mooist , die is van een prachtige donkere houtsoort die blinkt als een dansvloer .
Verder wordt de steer verhoogt door diverse artiesten maar dat zal zijn omdat het feest is . Er treed ook een violiste op die zo vol vuur speelt dat ik een traantje moet wegpinken . Ze kennen ook een autovrije zone op zondag waar gretig gebruik van gemaakt wordt maar op een hele andere manier dan bij ons ,hier zijn ze maf verkleed en rijden ze op fantasie fietsen .
De autobusen zijn heel muzikaal , ze laten een deuntje horen bij het naderen en met al die voetgangers lijkt het meer op een concert
Twee anekdotes wil ik jullie niet onthouden ,ze zijn zo grappig .
Ik zit te eten in een restaurant aan een gezamelijke tafel waar ook twee vrouwen aan zitten .Ik eet van mijn soep maar dan zie ik iets in die soep wat ik niet vertrouw en ,met in gedachte nog die varkensoor die ik in Mexico in mijn soep vond , schuif ik het van me af.
Onmiddellijk grijpen de twee vrouwen mijn bord en beginnen er van te eten ! Ik stomverbaasd natuurlijk , dat zijn wij niet gewend .
Of die andere keer ,weer in een restaurant . Ik zit aan mijn kip te kluiven ( ik ben verslaafd aan kip want er is haast niets anders) als er een bedelaar mijn tafel nadert en zijn hand ophoud , voor geld denk ik . Als ik met mijn hoofd schud grist hij in het weggaan mijn afgekloven kippenbotjes van het bord . Zou ik ze niet goed afgekloven hebben ,denk ik , of was het hem toch te doen om de botjes .
Hier in Quito heb ik een ontmoeting geregeld met Henk en Jacqueline uit het verre Nederland . Zij hebben een vakantie in Quito en op deze manier is het leuk om elkaar weer eens te zien en verhalen uit te wisselen .
Saturday, September 6, 2008
NR 44 06-09-2008. Quito
Zo weinig inspirerend als mijn eerste veertien dagen in Colombia waren , na Bogotà is dat duidelijk anders geworden en ronduit spectaculair. Het begon met de Magadalena Valley , maar nu , op weg van Pasto naar de grens met Ecuador , stijgt de weg naar 2.000-3.000 m hoogte en slingert zich tussen groene bergen door en dan zie je ver onder je , zo ver als het oog reikt , die prachtige lappendeken van percelen en perceeltjes in verschillende afmetingen en vormen , waar van alles geteeld wordt . Zoveel tinten groen , bruin , geel en zelfs een beetje rood is er te zien , ronduit prachtig .
Colombia is een ontzettend groot land en het heeft mij 56 dagen en 1980 km gekost om dit land te doorkruisen ipv de 30dagen die ik in gedachte had . Dat betekent dat ik te weinig malariapillen bij me heb maar ik denk dat het wel los zal lopen met die malaria , ik ben niet zo consequent met het innemen daarvan .
Colombianen zijn uiterst vriendelijke mensen die graag horen wat je van hun land vindt en dan vertel je natuurlijk wat ze graag willen horen . Ik heb nergens enige wanklank kunnen ontdekken maar dat zijn mijn bevindingen . De NL ambassade geeft niet voor niets een waarschuwing uit voor dit land en dat zal wel gebaseerd zijn op feiten waar ik geen weet van heb.
Fietsen alleen of in gezelschap ? Zo nu en dan ontmoet ik andere fietsers op deze reis , ik kom ze tegen of haal ze in . In het geval van inhalen rijd ik wel eens met hen op , soms 1 of 2 dagen soms wat langer , naargelang de wederzijdse "klik" .
Mijn ervaring is echter dat hoe groter het aantal fietsers is dat je gezelschap houdt hoe groter de irritatie onderling is . Want ga maar na , de een wil om 7 uur s'morgens vertrekken de ander om 10 uur . De een wil na 3 uur fietsen al rusten de ander na 2 uur .
Dan sta je ook altijd te wachten op iemand , een moet zijn fietstas nog inpakken en een ander moet nog naar de WC b.v. .
Door de tijd genomen ben ik tot de conclusie gekomen dat fietsen met 1 persoon (met z'n tweeen dus) nog wel gaat maar beslist niet meer .
Voor de grens met Ecuador stuitte ik op 2 andere fietsers die al maandenlang samen optrokken ,een jongen uit Texas en de andere kwam uit Australië . Ik ben een week met hen opgefietst naar Quito ,de hoofdstad van Ecuador .
Maar ineens heb je het zelf niet meer voor het beslissen , voor een restaurant kijk je elkaar besluiteloos aan , naar binnengaan of een ander zoeken . De Amerikaan fietst zoals zoveel Amerikanen fietsen , in mijn ogen gebruikt hij een veel te lichte versnelling . Hij doet aan "luchtfietserij" . Hij verplaats meer lucht met z'n benen dat dat hij lucht verplaatst met z'n fiets .
Als ik dan zeg dat hij een zwaardere versnelling moet kiezen zegt hij dat hij gelezen heeft dat het zo moet . Ja , hij is het levendige bewijs dat het zo ook gaat maar het kan zoveel makkelijker op de manier waarop wij Hollanders b.v. fietsen , je moet een zekere weerstand voelen en dat voelt hij niet met die "luchttrapperij".
Maar ik moet toegeven dat hij mij er op een dag het nakijken gaf . We waren net 2 km aan het klimmen , ik lag ver vooruit ,toen ik stopte om een praatje te maken met een man langs de kant van de weg . Normaal gesproken doe ik dat niet gauw en wel om de volgende reden .
Zij halen mij in en komen er ook bij staan . Na verloop van tijd gaan we weer verder en vanaf dat moment ben ik niet meer vooruit te branden . De Texaan met z,n lullige verzet geeft mij het nakijken en met moeite kan ik aanklampen . Dat is de reden dat ik een hekel heb om te stoppen tijdens een klim maar je moet wel als je vermoeid raakt .
Ecuador is zo mogelijk nog mooier dan Colombia . Duizelingwekkende hoge groene bergen met de zo langzamerhand bekende landbouwgronden die als lappendekens van 50 tinten bruin aan je voeten liggen .De bergen zijn vaak bedekt met suikerspinachtige dekbedden die als dekens tegen de hellingen geplakt liggen .Dit alles wordt dan doorsneden door rivieren en diepe ravijnen en dan heb je een beetje een beeld waarin ik mij bevindt .
Ook dit land is naar Nederlandse maatstaven spotgoedkoop , een maaltijd voor 1 euro , hotel voor 5-7 euro om maar een paar voorbeelden te noemen .
Als ik vanuit Cayamba de pyramides bezoek die in de omgeving zijn te vinden heb ik vanaf deze plek een onbelemmerd uitzicht op Quito dat ongeveer 25 km van hier ligt .Deze pyramides moet je niet vergelijken met die in Egypte . Hier komen ze maar een paar meter boven het maaiveld uit en ze zijn van klei , dat is dan ook de reden dat de hedendaagse mens er een dak boven geplaatst hebben tegen de weersinvloeden . Ze hebben 8 tot 10 treden blootgelegd , misschien zit er nog wat onder het gras en de aarde , maar meer dan welvingen in het landschap zijn het niet .
Colombia is een ontzettend groot land en het heeft mij 56 dagen en 1980 km gekost om dit land te doorkruisen ipv de 30dagen die ik in gedachte had . Dat betekent dat ik te weinig malariapillen bij me heb maar ik denk dat het wel los zal lopen met die malaria , ik ben niet zo consequent met het innemen daarvan .
Colombianen zijn uiterst vriendelijke mensen die graag horen wat je van hun land vindt en dan vertel je natuurlijk wat ze graag willen horen . Ik heb nergens enige wanklank kunnen ontdekken maar dat zijn mijn bevindingen . De NL ambassade geeft niet voor niets een waarschuwing uit voor dit land en dat zal wel gebaseerd zijn op feiten waar ik geen weet van heb.
Fietsen alleen of in gezelschap ? Zo nu en dan ontmoet ik andere fietsers op deze reis , ik kom ze tegen of haal ze in . In het geval van inhalen rijd ik wel eens met hen op , soms 1 of 2 dagen soms wat langer , naargelang de wederzijdse "klik" .
Mijn ervaring is echter dat hoe groter het aantal fietsers is dat je gezelschap houdt hoe groter de irritatie onderling is . Want ga maar na , de een wil om 7 uur s'morgens vertrekken de ander om 10 uur . De een wil na 3 uur fietsen al rusten de ander na 2 uur .
Dan sta je ook altijd te wachten op iemand , een moet zijn fietstas nog inpakken en een ander moet nog naar de WC b.v. .
Door de tijd genomen ben ik tot de conclusie gekomen dat fietsen met 1 persoon (met z'n tweeen dus) nog wel gaat maar beslist niet meer .
Voor de grens met Ecuador stuitte ik op 2 andere fietsers die al maandenlang samen optrokken ,een jongen uit Texas en de andere kwam uit Australië . Ik ben een week met hen opgefietst naar Quito ,de hoofdstad van Ecuador .
Maar ineens heb je het zelf niet meer voor het beslissen , voor een restaurant kijk je elkaar besluiteloos aan , naar binnengaan of een ander zoeken . De Amerikaan fietst zoals zoveel Amerikanen fietsen , in mijn ogen gebruikt hij een veel te lichte versnelling . Hij doet aan "luchtfietserij" . Hij verplaats meer lucht met z'n benen dat dat hij lucht verplaatst met z'n fiets .
Als ik dan zeg dat hij een zwaardere versnelling moet kiezen zegt hij dat hij gelezen heeft dat het zo moet . Ja , hij is het levendige bewijs dat het zo ook gaat maar het kan zoveel makkelijker op de manier waarop wij Hollanders b.v. fietsen , je moet een zekere weerstand voelen en dat voelt hij niet met die "luchttrapperij".
Maar ik moet toegeven dat hij mij er op een dag het nakijken gaf . We waren net 2 km aan het klimmen , ik lag ver vooruit ,toen ik stopte om een praatje te maken met een man langs de kant van de weg . Normaal gesproken doe ik dat niet gauw en wel om de volgende reden .
Zij halen mij in en komen er ook bij staan . Na verloop van tijd gaan we weer verder en vanaf dat moment ben ik niet meer vooruit te branden . De Texaan met z,n lullige verzet geeft mij het nakijken en met moeite kan ik aanklampen . Dat is de reden dat ik een hekel heb om te stoppen tijdens een klim maar je moet wel als je vermoeid raakt .
Ecuador is zo mogelijk nog mooier dan Colombia . Duizelingwekkende hoge groene bergen met de zo langzamerhand bekende landbouwgronden die als lappendekens van 50 tinten bruin aan je voeten liggen .De bergen zijn vaak bedekt met suikerspinachtige dekbedden die als dekens tegen de hellingen geplakt liggen .Dit alles wordt dan doorsneden door rivieren en diepe ravijnen en dan heb je een beetje een beeld waarin ik mij bevindt .
Ook dit land is naar Nederlandse maatstaven spotgoedkoop , een maaltijd voor 1 euro , hotel voor 5-7 euro om maar een paar voorbeelden te noemen .
Als ik vanuit Cayamba de pyramides bezoek die in de omgeving zijn te vinden heb ik vanaf deze plek een onbelemmerd uitzicht op Quito dat ongeveer 25 km van hier ligt .Deze pyramides moet je niet vergelijken met die in Egypte . Hier komen ze maar een paar meter boven het maaiveld uit en ze zijn van klei , dat is dan ook de reden dat de hedendaagse mens er een dak boven geplaatst hebben tegen de weersinvloeden . Ze hebben 8 tot 10 treden blootgelegd , misschien zit er nog wat onder het gras en de aarde , maar meer dan welvingen in het landschap zijn het niet .
Subscribe to:
Posts (Atom)